‘Normaal’ kattengedrag
Katten zijn allemaal verschillend, al lijken ze in bepaalde gedragingen meestal wel veel op elkaar. Het volgende gedrag is normaal voor een kat:
- Ze slapen veel. Kittens slapen het meest, soms wel 20 uur per dag! Maar ook volwassen katten kunnen wel 16-18 uur slapen. Andere katachtigen doen dit ook. Ze moeten veel verwerken en ze hebben deze slaap daarom ook hard nodig.
- Ze zijn geen vriendjes met de andere kat(ten). Katten zijn van nature erg op zichzelf. Zij worden ook niet zo snel vrienden met andere katten en hebben veel ruimte en bronnen voor zichzelf nodig. Soms kunnen ze wel een goede band ontwikkelen met een andere kat, maar dat ligt aan verschillende factoren.
- Ze hebben een groot jachtinstinct. Katten zijn echte jagers. In het wild jagen ze de hele dag door om hun eten te vangen. Maar ook bij onze huistijger (die vaak genoeg te eten krijgt) zit dit instinct er vaak nog goed in. Al is het misschien wel een fijner idee deze behoefte met een hengeltje te bevredigen.
Wat is ander gedrag en wat zijn de oorzaken?
De meest voorkomende veranderingen plus wat ze zouden kunnen betekenen bespreken we hieronder:
- Meer / minder slapen
- Meer (zeuren om) eten / minder eten / meer drinken
- Meer irritatie / agressie
- Meer angst
- Minder actief / springen
- Minder aanhankelijk / op een andere plek slapen
- Zichzelf verwaarlozen
- Onzindelijkheid
1. Je kat slaapt Meer / minder
Een manier waarop je kunt merken dat je kat zich niet goed voelt, is wanneer deze meer of minder gaan slapen dan gebruikelijk.
Oorzaken: Wanneer een kat veel meer of minder slaapt betekent dit vaak dat je maatje zich ziek voelt. Daarnaast kunnen katten ook rouwen, dus wanneer je kat net een huisgenootje heeft verloren kan dit zeker ook meespelen.
2. Je kat wilt meer eten / minder eten / meer drinken
Dit is een veelzeggend teken dat er iets aan de hand is. Katten houden erg van structuur en zullen niet zomaar meer of minder gaan eten. Daarnaast zul je katten normaal gesproken niet of nauwelijks zien drinken, dus wanneer je schatje ineens wel erg vaak bij de waterbak zit moet je waarschijnlijk actie gaan ondernemen.
Oorzaken: Meer of minder eten en meer drinken duidt vaak op een onderliggende ziekte. Katten kunnen bijvoorbeeld iets aan hun schildklier of nieren hebben, of er is sprake van diabetes (suikerziekte). Bij meer of minder eetlust kan stress of verveling ook meespelen.
3. Je kat heeft meer irritatie / agressie
Ook kan het zijn dat je maatje ineens veel gevoeliger reageert dan normaal. Waar je eerst je schatje nog uitgebreid kon aaien, krijg je nu ineens een haal. Ook loopt je kat misschien vaker onrustig heen en weer en is deze onaardiger naar de andere katten.
Oorzaken: Hier kan bijvoorbeeld sprake zijn van pijn, waardoor je pluizenbol zich niet fijn voelt. Ook de komst van een soortgenoot waarmee het niet klikt kan hier een rol spelen. Of een confrontatie met een andere (buur)kat. Stress blijft heel lang in het lichaam van een kat zitten en dit kan dus langdurige gevolgen hebben.
4. Je kat heeft meer angst
Het kan dat je kat ineens veel angstiger is dan eerst. Je maatje verstopt zich ineens in de kast of reageert veel schrikachtiger op geluiden of wanneer jij (plotseling) opstaat. Ze kunnen ook meer gaan mauwen of je juist veel achtervolgen.
Oorzaken: Het kan zijn dat je pluizenbol ergens van geschrokken is, het duurt bij katten vaak lang voordat de stress uit het lichaam is. Ook kan het door een verandering in huis komen, zoals een baby, een nieuwe kat of een verhuizing. Katten houden erg van structuur en controle en kunnen heel slecht tegen veranderingen. Helemaal als je kat al wat schuwer is kan dit ze extra angstig maken. Sommige katten krijgen meer last van verlatingsangst.
5. Je kat is minder actief / springen
Sprong je kat eerst nog op het aanrecht, de tafel, de kast, nu ineens blijft je kameraad vooral op de (venster)bank zitten. Vooral wanneer ze ouder zijn kunnen katten ineens minder (hoog) gaan springen of minder actief worden. Ook kan het zijn dat je kat eerst veel buiten was of veel wilde spelen en nu veel meer binnen ligt te slapen of alleen nog in de vensterbank naar buiten kijkt.
Oorzaken: Dit kan aan de leeftijd liggen, en heel vaak is er dan sprake van atrose, wat bij een heel groot deels van de oudere katten voorkomt. Het springen doet dan gewoon pijn. Een milde pijnstiller kan hierbij vaak ondersteunen, deze kan langdurig worden gegeven en zo kan je kat weer lekker (hoog) springen. Overleg hierbij wel altijd eerst met je dierenarts en geef je kat nooit paracetamol of een andere pijnstiller voor mensen, dit is giftig voor ze. Er bestaan speciale pijnstillers voor katten.
6. Je kat is minder aanhankelijk / gaat op een andere plek slapen
Waar je kat eerst nog een grote knuffelkont was, lig deze nu vaak ergens op een slaapkamer boven, of op het kleed in plaats van in de vensterbank. Of in plaats van in het favoriete mandje, ligt je poes ineens op een stoel onder de eettafel.
Oorzaken: Wanneer katten zich niet goed voelen, gaan ze vaak op een andere plek liggen. Meestal kun je hier ook andere gedragsveranderingen merken, zoals meer of minder eten en / of minder activiteit.
7. Je kat verwaarloost zichzelf
Katten zijn van zichzelf schone dieren en besteden een groot deel van de dag aan het wassen van zichzelf. Wanneer je merkt dat je kat zichzelf wat minder goed schoonhoudt, is er vaak dus zeker iets aan de hand.
Oorzaken: Pijn kan hierbij een rol spelen, ook kan je kat zich te beroerd of lusteloos voelen om zich te wassen.
8. Je kat is ineens onzindelijk
Nog een duidelijk teken dat er iets aan de hand is, is onzindelijkheid. Katten zijn vaak gewend hun behoefte op de kattenbak (of buiten) te doen en dit zal niet zomaar veranderen.
Oorzaken: Het kan zijn dat je kat gaan plassen of poepen op een vreemde plek, ook kunnen ze soms gaan sproeien (met een trillende staart urine naar de muur sproeien). Dit kan door stress komen, een verhuizing, een aanvaring met een andere kat of bijvoorbeeld een kattenbak die niet goed schoon is.
Let op
Om de situatie te bepalen spelen de volgende factoren ook een rol:
- Als het gedrag plotseling verandert, kan het betekenen dat je kat veel pijn heeft of acuut ziek is. Ook kan het komen door een verhuizing of andere heftige gebeurtenis, dit geeft katten vaak veel stress.
- Veel gedragsveranderingen gaan heel langzaam. Zo merk je vaak pas na een tijdje dat je kat eigenlijk toch wel wat is afgevallen, dat deze ineens een stuk meer drinkt of ineens een stuk minder op schoot komt.
© Aomnet7 / Shutterstock
4 tips om gedragsveranderingen te herkennen en te voorkomen
Tip 1: herken het 'normale' gedrag van jouw kat
Wat normaal is voor de ene kat, is vreemd voor de andere. Sommige katten zijn wat minder actief of wat gevoeliger en sneller geïrriteerd. Dat is meestal niet erg, wanneer dit altijd zo is geweest en je kat verder gezond is. Maar wanneer het gedrag verandert, wil dit vaak zeggen dat er iets aan de hand is. Let dus vooral goed op of er iets verandert aan het ‘normale’ gedrag van jouw kat.
Tip 2: zoek de oorzaak
Ga op zoek naar de oorzaak. Er is altijd een reden voor gedragsverandering. Soms kun je hier zelf iets aan doen, bijvoorbeeld door je kattenbak extra goed schoon te maken, de tuin af te zetten, meer te knuffelen of spelen of een extra veilig (hoog) slaapplekje aan te bieden.
Tip 3: zorg voor structuur
Omdat katten heel erg van structuur en controle houden is het belangrijk je kat goed voor te bereiden op veranderingen, zoals een verhuizing of de komst van een kindje. Er zijn verschillende manieren om je kat hier langzaam aan te laten wennen. En wanneer je een nieuwe kat in huis neemt, vraag je dan goed af of jouw kat hier wel blij van wordt. Zet ze nooit zomaar bij elkaar maar laat ze heel langzaam aan elkaar wennen met hulp van een introductie stappenplan.
Tip 4: zoek professionele hulp
Aangezien katten niet kunnen praten is het extra lastig te achterhalen wat er aan de hand is. Als je je zorgen maakt om bepaalde gedragsveranderingen kan het wijs zijn een dierenarts en / of gedragsdeskundige te raadplegen. Deze kan je kat onderzoeken of persoonlijk advies geven.