Wat is diabetes bij katten?
Diabetes treedt op wanneer insuline, een hormoon dat wordt geproduceerd door de alvleesklier, niet langer in staat is zijn werk te doen: het glucose (suiker) van het bloed naar de cellen transporteren waar het als brandstof fungeert (hersenen, spieren, enz.). Er ontstaat een aanhoudende hyperglycemie: er is te veel glucose in het bloed van jouw kat.
Kattendiabetes kan worden veroorzaakt door onvermogen van cellen om insuline goed te gebruiken (insulineresistentie, type II diabetes) of door een onvoldoende productie van insuline door de alvleesklier (type I diabetes). Bij katten is diabetes meestal van type II (suikerziekte), maar deze insulineresistentie put de bètacellen uit die insuline produceren in de alvleesklier, wat leidt tot zowel insuline-activiteitsstoornissen als secretiestoornissen.
De overmaat aan glucose in het bloed heeft nadelige effecten op de organen van de kat, inclusief de alvleesklier. Het belemmert de werking van de cellen die insuline produceren en beschadigt ze. Dit staat bekend als glucotoxiciteit. Het bevordert ook infecties. Het tekort aan glucose in de cellen van het lichaam veroorzaakt lijden omdat ze niet langer de energie krijgen die ze nodig hebben: de kat verliest snel gewicht.
De normale bloedsuikerspiegel bij katten ligt tussen 0,6 en 1,45 g/l bloed. Bij diabetes bij katten is het niet ongebruikelijk om deze waarde boven 4 g/l te zien stijgen.
Wat zijn de symptomen van diabetes bij katten?
- Toename van waterinname, frequentie en volume van urineren (PUPD: polyurie-polydipsie); dit is een van de vroegste tekenen van diabetes bij katten.
- Plassen buiten de kattenbak
- Urine is plakkeriger dan normaal omdat het rijk is aan suiker
- Gewichtsverlies: gewichtsverlies ondanks toegenomen eetlust
- Plantaire gang (de kat loopt op de hielen in plaats van de tenen)
- Een doffe vacht
- Verandering in gedrag (vermoeidheid, lusteloosheid) of opwinding in relatie tot voedsel (schrokkerige kat)
Bij de geringste twijfel, wacht niet om je kat naar de dierenarts te brengen. Alleen hij kan bevestigen of jouw kat diabetes heeft.
Hoe wordt diabetes bij katten gediagnosticeerd?
Over het algemeen merken we dat een diabetische kat veel drinkt, eet en plast. De dierenarts zal een bloedonderzoek uitvoeren om de bloedsuikerspiegel te meten. Als deze hoog is, zal hij een analyse van fructosamine uitvoeren, die het gemiddelde van de bloedsuikerspiegel van de afgelopen weken weergeeft.
Een enkele meting van de bloedsuikerspiegel kan namelijk leiden tot een verkeerde diagnose, omdat de stress veroorzaakt door het bezoek aan de dierenarts de bloedsuikerspiegel kan verhogen. Fructosamine bevestigt dat de hyperglycemie aanhoudt. De bloedsuikerniveaus kunnen ook op verschillende momenten worden herhaald.
Wat zijn de oorzaken van diabetes bij katten?
Niet alle oorzaken van diabetes bij katten zijn al duidelijk. Sommige factoren staan onder onze controle, andere niet, maar het begrijpen ervan zal onze waakzaamheid vergroten.
Factoren buiten controle: aanleg gerelateerd aan de leeftijd, het geslacht en de genen van de kat
- Leeftijd: katten van zeven jaar of ouder worden meestal getroffen, met een piek tussen 10 en 13 jaar.
- Geslacht: katers worden vaker getroffen.
- Genetica: sommige katten hebben een genetische aanleg voor diabetes, waaronder katten van het Burmese-ras; er zijn ook lijnen of nesten van katten die diabetes ontwikkelen.
Obesitas
Adipocyten (vetcellen) scheiden ontstekingsfactoren af die insulineresistentie kunnen veroorzaken en tot diabetes bij katten kunnen leiden.
De oorzaken van obesitas zijn talrijk:
- Katten die voornamelijk binnen worden gehouden en een zittende levensstijl hebben.
- Verveling, stress of chronische angst kunnen leiden tot overmatige voedselinname.
- Vrije toegang tot onbeperkte voeding, zonder controle van porties door de verzorger.
- Zeer smakelijk voedsel met een hoog energiegehalte.
- Sterilisatie: gesteriliseerde katten hebben lagere energiebehoeften en zijn over het algemeen minder actief.
Ziekten
- Ernstige insulineresistentie: hyperadrenocorticisme (syndroom van Cushing), acromegalie (hypofysetumor) of aanwezigheid van antilichamen tegen insuline (AAI).
- Matige insulineresistentie: pancreatitis, aandoeningen van de mondholte, chronische ontsteking, nierinsufficiëntie, leverinsufficiëntie, hyperthyreoïdie, infecties (waaronder cystitis, zonder klinische symptomen in 20% van de gevallen), hyperlipidemie, neoplasie, progestageen gerelateerd aan lymfoom.
Het nemen van bepaalde medicijnen
Sommige medicijnen verhogen de bloedsuikerspiegel en kunnen dus diabetes bij je kat veroorzaken (glucotoxiciteit):
- Corticosteroïden, vooral in hoge doses of langdurige injecties.
- Progestagenen, die voorkomen in de beroemde anticonceptiepil. Deze moet volledig vermeden worden, waarbij de voorkeur uitgaat naar chirurgische sterilisatie.
Stress
Naast de invloed op het eetgedrag (boulimie) kan chronische stress leiden tot hyperglycemie, ziekten zoals cystitis en glucotoxiciteit.
Hoe een diabetische kat te behandelen? Behandelingen.
Kattendiabetes kan niet genezen worden, maar de gevolgen ervan kunnen worden verminderd.
Je dierenarts zal een insulinebehandeling opzetten (insuline-injecties, twee keer per dag op vaste tijdstippen). Je moet leren om onderhuidse injecties te geven, die eenvoudig zijn om uit te voeren.
Het is belangrijk om te weten dat langzaam werkende insuline de beste resultaten geven met de grootste kans op verbetering. Het thuis opvolgen van de bloedsuikerspiegel met behulp van een glucometer is ook een belangrijke factor in de kwaliteit van de regulatie en de kans op verbetering.
Daarnaast is het essentieel om geschikt voedsel te vinden dat voldoet aan de behoeften van de diabetische kat: rijk aan eiwitten, arm aan koolhydraten. Een koolhydraatgehalte van ongeveer 10% wordt aanbevolen. Diabetische katten met overgewicht moeten afvallen, en magere katten moeten aankomen.
Behandeling met orale hypoglycemische middelen heeft slechts een responspercentage van 25%, hooguit een stabilisatie met weinig hoop op verbetering. Het is ineffectief bij gecompliceerde diabetes met acidocetose. Bovendien kan het giftig zijn voor de bètacellen van de alvleesklier die over-gestimuleerd worden.
Kan een diabetische kat genezen?
Een diabetische kat kan in remissie gaan en geen insuline-injecties meer nodig hebben. De kansen op remissie variëren van 25% tot 85%, afhankelijk van de gebruikte insuline en het type behandeling. De beste succespercentages worden behaald met intensieve thuisbewaking van de bloedsuikerspiegel, langwerkende insuline en een koolhydraatarm dieet (minder dan 10%).
Niet alle katten hebben echter dezelfde kans op remissie. Hier zijn de factoren die remissie bevorderen:
- Oudere kat
- Recente diabetes
- Diabetes veroorzaakt door corticosteroïdenbehandeling.
Als de verzorgers van de kat waakzaam zijn, zowel voor zijn voeding als voor zijn insulinebehandeling, kan de levensverwachting van een diabetische kat even lang zijn als die van een niet-zieke kat.
Wat zijn de complicaties van kattendiabetes?
- Langdurige hyperglycemie brengt risico's voor organen met zich mee (nieren, lever, hart).
- Het gebrek aan beschikbare glucose voor cellen kan leiden tot verzuring van het lichaam. De noodzaak om vetten als brandstof te gebruiken zal namelijk ketonlichamen produceren die de pH van het bloed verlagen. De kat braakt, verliest de eetlust. Deze acidocetose kan leiden tot coma of zelfs de dood als het niet snel wordt behandeld.
- Plantigradie: glucose zal de myeline van de zenuwen "aanvallen" en een goede positie van de achterpoten en soms voorpoten belemmeren. De kat loopt op zijn hielen, heeft moeite met rennen en springen.
- In tegenstelling tot honden, krijgen katten zelden diabetische cataracten.
Conclusie
Als je kat diabetes heeft, weet dan dat deze ziekte geen noodlot is zolang je er actief mee omgaat. De dierenarts staat klaar om je te laten zien hoe je insuline moet injecteren en hoe je de bloedsuikerspiegel van je kat thuis kunt testen.
Dit artikel is geschreven door Dierenarts Sylviane Cazenelle uit Frankrijk voor Wamiz.com. Vertaald door Sander Nelisse.