Fijn om te lezen: honden en katten kunnen tegen een stootje. Je favo vriendje op vier voeten heeft zelfs een iets hogere lichaamstemperatuur dan je tweevoetige soortgenootjes. Bij een hond is dat ongeveer 38 à 39 graden. Bij een kat is dat tussen de 38 en 39,5 graden.
De beste temperatuur voor in huis
Zolang het thuis niet kouder wordt dan 18 graden hoef je je over je hond of kat geen zorgen te maken. Alleen kan het flink afkoelen als je de verwarming ’s nachts helemaal uitzet. Zeker in de winter. Daalt de temperatuur naar 15 graden of zelfs kouder? Geen goed idee voor zieke of wat oudere honden en katten. Voor hen kies je beter voor 18 graden of iets hoger. Neem als je twijfelt contact op met de dierenarts.
Warme plekjes
No brainer: ervoor zorgen dat je hond of kat zich thuis terug kan trekken op eigen warme plekjes. Een lekkere mand met wat warme dekens, een hangmatje dat je aan de radiator kan hangen, of iets anders beschut. Je doet je huisdier een gegarandeerd een groot plezier mee. Zeker voor katten! Eigenlijk zou je kat niet bang moeten zijn voor een beetje kou, want deze ontwikkelt een wintervacht als de temperaturen naar beneden gaan. Katten zijn echter echte koukleumen. Liefst zoeken warme plekjes op. Dus zorg daarvoor. Je zal je kat een groot plezier doen.
Het ene ras kan beter tegen de kou dan het andere
Honden kunnen meestal vrij goed tegen de kou. Hoe goed hangt af van het ras. Sommige rassen zijn van nature niet erg weerbaar tegen de kou. Probeer zelf goed in de gaten te houden of je hond het koud heeft. Je kan eventueel overwegen om je hond iets aan te trekken. Iets wat je bij de meeste katten niet in je hoofd moet halen.
Let ook goed op de vacht van jouw huisdier. Een natte vacht is in de herfst of de winter erg onplezierig voor honden en katten. Ze lopen in een mum van tijd te bibberen. Komt je huisdier thuis met een natte vacht? Pak dan snel een handdoek om te helpen afdrogen.
Signalen waar je op moet letten bij de hond
Er zijn een aantal signalen waar je uit af kan leiden dat je hond het erg koud heeft. Meestal pas bij extreme winterse kou, dus niet direct thuis. Maar zekere voor het onzekere. Breng je hond linea recta naar een warme plek of kies voor een hondenjas als je een van de onderstaande signalen opmerkt. Bij onderkoeling schakel je natuurlijk meteen de dierenarts in. Maar nogmaals: geen paniek. Je hond kan echt wel wat hebben. Die paar graadjes lager zullen geen heftige gevolgen hebben. Hooguit zoekt je hondje wat vaker de warme plekjes op of kruipt het lekker tegen je aan. Ook niet verkeerd.
- Je hond trilt
- Je hond ademt moeilijk
- Geen contact meer met je hond: je vriendje op vier voeten is ineens in zichzelf gekeerd.
- Je hond heeft een zwakkere hartslag
Signalen waar je op moet letten bij de kat
De meeste katten zijn echte overleveraars. In huis vinden ze bijna altijd wel ergens een behagelijke plek. Buiten loop je als automobilist de kans dat een katje zich onder je genesteld heeft. Niet plompverloren wegrijden is het devies. Stel dat je kat het toch te koud heeft, dan merk je dat aan het volgende:
- Kat is niet graag buiten, maar blijft binnen en zoekt warme plekjes op
- Je kat heeft koude, rode oren
- Je kat slaapt meer dan anders om energie te sparen en ligt meer opgerold dan languit.
