Hondenziekte veroorzaakt een breed palet aan symptomen, van problemen aan de hersenen en luchtwegen tot darmklachten. Hondenziekte is al eeuwen lang bekend en heeft tot veel grote uitbraken geleid. Gelukkig kon de ziekte goed ingedamd worden door middel van vaccinaties, die voor het eerst in de vijftiger jaren van de vorige eeuw werden ingezet.
Wat is hondenziekte?
Hondenziekte is een virusziekte die door het canine distemper virus (CDV) wordt veroorzaakt. Dit virus komt uit dezelfde virusfamilie als het mazelenvirus bij mensen, maar hond en mens kunnen niet ziek van elkaar worden. Hondenziekte komt vooral in de koude perioden van het jaar voor. Jonge honden van zo’n 3-6 maanden oud zijn het meest gevoelig om ziek te worden.
Oorzaken: Hoe krijgt een hond de hondenziekte?
Het virus wordt overgedragen via direct contact tussen honden of door virusdeeltjes in de lucht. Je hond krijgt het dan via de neus of snuit binnen. Een besmette hond scheidt het virus ook uit in zijn of haar urine. Als het virus in de omgeving terecht komt, gaat het gelukkig snel kapot en is het dus niet meer infectieus.
CDV zorgt ervoor dat het afweersysteem van de hond onderdrukt wordt. Ook verspreidt het zich naar verschillende organen, zoals de huid, luchtwegen of darmen, en soms zelfs het zenuwstelsel.
Symptomen: Hieraan herken je hondenziekte
Het duurt 1 tot 4 weken, of soms langer, tot je hond verschijnselen laat zien. Hierbij kun je denken aan:
- Koorts;
- Verlies van eetlust;
- Lichte sloomheid;
- Oog- en neusuitvloeiing;
- Ontsteking van de keelamandelen.
Na deze periode kan de ziekte een verschillend verloop hebben. Het kan zijn dat het afweersysteem van de hond goed en snel genoeg reageert. Hierdoor herstelt hij of zij weer, of wordt niet zo erg ziek. Als dat niet gebeurt, zal het virus zich verder verspreiden. Dan zie je de volgende symptomen:
- Slecht glazuur op de tanden;
- Verdikking van de hoornlaag (bovenste laag van de huid) op de voetzolen en neus;
- Hoesten;
- Benauwdheid;
- Diarree;
- Braken;
- Puistjes op de huid.
Het kan zelfs zo zijn dat CDV in het zenuwstelsel terecht komt. Het duurt dan even voordat symptomen optreden. Deze honden hebben de volgende verschijnselen:
- In rondjes lopen;
- Scheve kop;
- Onvrijwillig, ritmisch bewegen van de ogen (ook wel nystagmus genoemd);
- Verlamming;
- Stuiptrekkingen;
- Dementie.
Soms maakt het virus de zenuwen zo erg kapot dat de hond dood gaat. Je hond kan ook herstellen, maar deze blijft vaak zijn of haar hele leven verschijnselen houden. Deze wil dan bijvoorbeeld steeds met de kop tegen de muur staan (dringen) of gaat wat vreemd lopen.
Diagnose: Zo wordt hondenziekte vastgesteld
Bij een puppy met koorts en veel van de bovenstaande symptomen, denkt een dierenarts al snel aan hondenziekte. Hij of zij kan dan bloed afnemen of een uitstrijkje maken van het oogslijmvlies om de diagnose te bevestigen. Op deze monsters wordt dan in het lab een zogenaamde PCR-test uitgevoerd. Deze test detecteert of het distempervirus er is of niet.
Behandeling van distemper & prognose
Er is geen specifiek medicijn tegen hondenziekte. Je hond krijgt daarom een ondersteunende behandeling. Deze bestaat uit infuus, dwangvoeding en goede verzorging. Ook kan het zijn dat er nog een bacteriële infectie bovenop gekomen is, omdat de afweer van de hond geremd is door het virus. Dan wordt een antibioticakuur ingezet. Daarnaast zijn er medicijnen die de vervelende symptomen kunnen verminderen: koortsremmers, pijnstillers en medicatie om de stuiptrekkingen tegen te gaan.
Prognose van hondenziekte
Wanneer er snel een goede behandeling wordt ingezet, kan een besmette hond weer genezen. Het is daarbij niet gezegd dat deze volledig symptoomvrij zal zijn; mogelijk blijft hij of zij deze levenslang houden. Dan moet deze misschien ook levenslang medicatie blijven nemen. De kans op herstel en een goed leven is groter als het zenuwstelsel niet is aangetast.
Preventie: dit kun je doen om distemper te voorkomen
Vaccinatie is de beste manier om te voorkomen dat je hond ziek wordt. Hiervoor moet het inentingsschema wel goed gevolgd worden. Anders werkt deze onvoldoende. Het schema is als volgt:
- Eerste vaccin op 6 weken leeftijd
- Tweede vaccin op 12-14 weken leeftijd
- Derde vaccin op 1 jaar leeftijd
- Daarna elke 3 jaar herhalen
Een vaccin tegen hondenziekte is dus drie jaar geldig.
Onderzoekers blijven steeds in de gaten houden of de vaccinaties nog wel goed werken. Het distempervirus kan zich namelijk aanpassen, waardoor deze nieuwe variant minder goed tegen gehouden wordt door het vaccin. Als dat zo is, moet het vaccin ook een beetje aangepast worden. Wanneer de ruimte waarin een besmette hond is geweest, goed wordt schoongemaakt, zal al het virus weg zijn.