Wat is het parvovirus?
Het parvovirus besmet honden van alle leeftijden, maar puppy’s lopen het meeste gevaar. Men denkt dat het virus ontstaan is uit een kattenvirus en virussen die bij wilde dieren voorkomen. Het virus komt binnen via de neus/snuit en verspreidt zich daarna via het bloed door het lichaam. Het parvovirus infecteert voornamelijk cellen in het lichaam die zich snel delen. Je vindt deze snel delende cellen in de darmwand en het beenmerg, maar het virus komt ook in veel andere organen terecht. Hierdoor zorgt het ervoor dat de darmwand kapot gaat. Daarnaast veroorzaakt het virus darmontstekingen en een verlaagde weerstand in de hond. Door de combinatie van bovenstaande dingen dringen bacteriën gemakkelijk binnen en ontstaan er nog grotere problemen zoals bloedvergiftiging en schade aan verschillende organen. Wanneer het virus niet snel behandeld wordt, kan deze zelfs de dood tot gevolg hebben.
Hoe wordt een hond besmet met Parvo?
Besmette honden scheiden veel virus uit via braaksel en ontlasting, waardoor jouw hond het virus kan oplopen via de neus of snuit. Dat kan alleen als je hond nog nooit parvo heeft gehad, of bijvoorbeeld niet of slecht ingeënt is. Je hond kan besmet raken zonder dat deze echt in de buurt van een geïnfecteerde hond is geweest. Dat heeft drie oorzaken. Wilde dieren en katten zijn ook regelmatig besmet met het virus en het virus komt eigenlijk overal buiten voor. Ook kan het erg lang besmettelijk blijven in de omgeving (tot wel langer dan een jaar!). Op plekken waar veel honden bij elkaar komen, zoals asielen, pensions of fokkerijen, is de kans helemaal groot dat het virus snel om zich heen grijpt.
De symptomen van het Parvovirus
Er zit meestal vier tot veertien dagen tussen besmetting en het ziek worden van je hond. Honden kunnen ook al andere honden besmetten voordat ze symptomen krijgen. Denk aan de volgende symptomen:
- Braken;
- Diarree (deze kan mild tot ernstig zijn, en ook slijmerig en bloederig);
- Sloomheid of lusteloosheid;
- Verminderde eetlust;
- Uitdroging;
- Shock;
- Toevallen;
- Bleke slijmvliezen;
- Koorts of juist ondertemperatuur;
- Buikpijn.
Eet en drinkt jouw hond slecht, heeft hij of zij veel (bloederige) diarree en moet deze braken, dan zou het dus kunnen dat deze parvo heeft.
Hoe stelt de dierenarts de diagnose parvovirose?
Een dierenarts stelt de diagnose door je als eerste wat vragen te stellen over je hond en deze eens goed te bekijken. Hij of zij weet dan nog niet helemaal zeker of de hond ook echt parvo heeft, dus meer onderzoek is regelmatig nodig. Vaak gebruikt de dierenarts hier een sneltest voor, die binnen vijftien minuten een uitslag geeft. Hiervoor neemt de dierenarts een beetje ontlasting af bij de hond. In sommige situaties is deze test onbetrouwbaar. De volgende stap is dan bloedonderzoek, om meer zekerheid te krijgen over de diagnose. Een röntgenfoto of een echo helpen niet om de diagnose ‘parvovirose’ te stellen, maar daarmee kunnen wel andere oorzaken van de verschijnselen uitgesloten worden.
Hoe wordt Parvo behandeld?
De behandeling is meestal gericht op het ondersteunen van de hond, totdat het braken en de diarree ophoudt en de hond weer zelf gaat eten en drinken. De hond moet hiervoor wel vaak op de dierenkliniek blijven, zodat deze zo goed mogelijk verzorgd kan worden.
In de kliniek
De dierenarts wil een hond met parvo zo snel mogelijk in een aparte ruimte zetten. Isoleren wordt dat genoemd. De ziekte is namelijk erg besmettelijk. Wanneer je hond parvo heeft, is deze vaak erg ziek en uitgedroogd. Het eerste wat dan gedaan moet worden, is een infuus aanleggen. Er kunnen ook een aantal medicijnen gegeven worden. Pijnstillers zorgen ervoor dat je hond zich een stuk fijner voelt. Deze is vaak ook erg misselijk en moet braken; hier is gelukkig ook een middel tegen. Wanneer de hond ernstige verschijnselen heeft, kan het zijn dat hij of zij ook nog een bacteriële infectie heeft opgelopen. De dierenarts vindt het dan een goed plan om antibiotica toe te dienen. Puppy’s die niet ontwormd zijn, hebben vaak wormen in hun darmen. Die maken het hondje nog zieker en daarom krijgt deze ook een ontwormingskuur. Ten slotte is het belangrijk dat de hond dwangvoeding (eventueel via een sonde) krijgt. Dit zorgt ervoor dat de darm zich goed herstelt. Om te bekijken hoe het met je hond gaat, wordt ook regelmatig bloedonderzoek gedaan.
Prognose
De prognose is zonder behandeling erg slecht: meer dan 90% van de honden sterft. Gelukkig overleeft ongeveer 60-90% van de honden de ziekte wanneer zij wel goed behandeld worden.
Parvo voorkomen: Vaccineren!
Pups krijgen van de moederhond allerlei antistoffen mee via de melk, ze zijn daardoor meestal goed beschermd tegen de ziekte als ze net geboren zijn. Daarna moeten ze het zelf doen. De belangrijkste stap om parvo te voorkomen is herhaaldelijk inenten: in totaal 4 keer in het eerste jaar. Ook volwassen honden worden ingeënt. Het vaccinatieschema ziet er als volgt uit:
- Eerste enting op zes weken leeftijd
- Tweede enting op negen weken leeftijd
- Derde enting op twaalf/veertien weken leeftijd
- Vierde enting op één jaar leeftijd
- Herhalingsentingen eens in de drie jaar
Als de pup veel in contact komt met andere honden, wordt nog een extra enting tussen de derde en vierde enting geadviseerd.
Het herhalen van de vaccinatie zorgt ervoor dat de hond immuun wordt tegen het parvovirus. Als de vaccinatie niet goed aanslaat, kan het zijn dat de hond alsnog parvo krijgt. Dat komt gelukkig niet vaak voor. Om het risico op parvo bij puppy’s te verkleinen, is het verstandig ze niet aan te veel andere honden bloot te stellen op hele jonge leeftijd (denk aan pensions).
Een ruimte waarin een hond met parvo is geweest, moet erg goed schoongemaakt worden met bijvoorbeeld natriumhypochloriet. Hierdoor gaat het virus kapot en is het niet meer besmettelijk.