Aan het eind van de jaren tachtig creëerde de Australische fokker Wally Conron, om een echtpaar uit Hawaï te helpen, de Labradoodle, of liever gezegd populariseerde hij dit hybride hondenras, een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Zijn doel was een hypo allergene geleidehond te creëren voor een echtpaar waarvan de vrouw blind was en de man allergisch voor honden.
Vijf feitjes over de mini Labradoodle
- De kleinste van drie formaten Labradoodles;
- Past zowel bij eenpersoonshuishoudens, stellen en gezinnen met kinderen;
- Heel beweeglijk en echte waterratten;
- Intelligent en ook geschikt als hulphond;
- Erg sociaal en dol op aandacht.
De ouders van de mini Labradoodle
De mini-Labradoodle is een mix van een Labradoodle en een Dwergpoedel.
De Labrador
Labradors werden voor het eerst gefokt in het begin van de 19e eeuw om vissers op hun boten te vergezellen. Ze sprongen zonder aarzelen in het ijskoude Canadese water om overboord gevallen netten - of vis - op te halen. Vandaag de dag zijn Labradors in de eerste plaats geliefde gezinshonden, maar je ziet ze ook vaak als blindengeleidehond of gehandicapte hond, zoek- en reddingshond, of therapiehond. Deze veelzijdigheid is het gevolg van een combi van hoge intelligentie en please-gedrag. Dit ras laat zich makkelijk trainen en is bijna altijd enthousiast, zolang het maar met mensen en (soms) eten te maken heeft.
De Dwergpoedel
De kleinste van de drie poedels, wordt gemiddeld 45cm. Van oorsprong zijn poedels jacht- en apporteer honden. Zij lijken qua uiterlijk een beetje deftig maar zijn in wezen heel atletisch en sportief. Net als de Labrador, valt ook de poedel op door intelligentie en gezeglijkheid. Anders dan de Labrador groeit hun vacht voortdurend, waardoor ze weinig verharen en een betere keuze zijn voor mensen met een allergie. Ze moeten echter wel om de 6 tot 8 weken naar de trimsalon om de vacht bij te knippen, schoon te houden en vrij te houden van klitten en klitten. Heel soms wordt de dwergpoedel vervangen door de American Cocker Spaniël, de Engelse Cocker Spaniël, de Soft Coated Wheaten Terriër of de Ierse Water Spaniël.
Uiterlijk van de mini-Labradoodle
Schofthoogte : 35- 45 cm
Gewicht: : 7- 15 kg
Denk je er over een mini Labradoodle te adopteren? Dan zal het je, net als bij de andere Labradoodles, opvallen dat ze in uiterlijk onderling erg van elkaar verschillen.
Elke (miniatuur) Labradoodle is uniek, omdat je vooraf nooit weet hoe de kruising uitpakt: met andere woorden: welke kenmerken van welke ouder het uiterlijk het meest gaan beïnvloeden. Zo zijn er drie verschillende variaties voor wat de structuur van de vacht betreft: stevig gekruld, golvend of juist er tussenin. Fokker spreken over: curly (krullend), fleece (golvend) of curly fleece (er tussenin).
Ook qua kleuren vind je een breed palet aan mogelijkheden. De blonde miniatuur Labradoodle kom je het meest tegen. Maar een rode vacht, een bruine en/of een zwarte vacht zijn evengoed mogelijk. En nog veel meer..
Typisch de mini-Labradoodle
De mini Labradoodle is echt een ontzettende lieverd. Dit aanhankelijke huisgenootje zal er alles aan doen om je blij te maken en gehoorzaamt makkelijk. De genetische invloeden van de poedel maken de mini Labradoodle superslim. Als je daar dan vervolgens het relaxte karakter van de Labrador bij optelt, dan krijg je een vriendelijke, intelligente, rustige en gezeglijke hond. Bedenk wel: ‘dé mini Labradoodle bestaat niet’. Elk mix heeft een heel eigen persoonlijkheid.
Verzorging van de mini Labradoodle
Hoe schattig en mooi ook, de verzorging van de miniatuur Labradoodle kost vrij veel tijd. Wekelijks borstelen is belangrijk om de vacht in goede conditie te houden. Je moet de vacht ook regelmatig laten trimmen. Als de haren te lang worden kom je er met de borstel niet meer door heen en veranderd de vacht in een enorme klittebol.
Verder is de mini Labradoodle een kritische eter. Het kan even duren voor je het ‘juiste’ voedsel hebt gevonden.
Gezondheid van de mini Labradoodle
Een mini Labradoodle kan, zeker bij het ouder worden, last krijgen van de volgende kwalen:
- Progressieve retinale atrofie;
- Epilepsie;
- Ziekte van Addison (een erfelijke aandoening aan de bijnierschors);
- Heup- en elleboogdysplasie, vooral op latere leeftijd.
Levensverwachting van een mini Labradoodle
De mini-Labradoodle wordt gemiddeld tussen de: 10 – 13 jaar
Een mini Labradoodle kopen - hoe, wat en waar?
Ben je overtuigd? Dan kan je in principe bij verschillende fokkers terecht. Maar let op: omdat het een mix is, wordt de miniatuur Labradoodle niet als apart ras erkend. Dat betekent dat er geen officiële rasvereniging bestaat.
Daardoor kost het misschien wat meer moeite om een betrouwbare fokker te vinden.