Zijn puppy's zo stout?
Iedere ‘new born’ puppyverzorger zal het beamen: soms zijn er echt momenten dat je je pup even op ‘pauze’ wilt zetten. Je weet dat je de leukste pup ter wereld hebt, maar een puppy opvoeden is zwaar en de eerste weken stellen je op de proef. Zijn puppy’s dan zo stout? Nee, zeker niet! Ze weten alleen nog niet hoe de wereld ‘werkt’ en wat de regels zijn binnen de nieuwe ‘roedel’ en leefomgeving.
De eerste levenslessen bij de fokker
De meeste pups blijven tot ongeveer 8 weken bij de fokker. Komt je puppy uit het buitenland, dan mag je vriendje verhuizen op de leeftijd van 15 weken. Tot die tijd ligt de opvoeding bij de moederhond van je pup, de nestgenootjes, de fokker en eventuele andere huisgenoten (mensen en dieren). Hier wordt de basis gevormd.
In het nest wordt bijvoorbeeld al ‘gewerkt’ aan de bijtrem. Broertjes en zusjes spelen met elkaar en gebruiken daarbij de bek. Zodra je pup te hard bijt, reageert het ‘slachtoffer’ door te piepen en het spel te beëindigen. Dat is natuurlijk niet leuk! Je pup leert dat het beter is om minder hard te bijten.
De fokker kan al een begin maken aan de zindelijkheidstraining, door de leefomgeving zo in te richten dat er een duidelijke plek is om te slapen, te spelen en te ontlasten. De pups worden misschien al op gezette tijden op hun uitlaatplekje gezet om de zindelijkheid te stimuleren.
Daarnaast zal een goede fokker een begin hebben gemaakt aan de socialisatie en gewenning. Dit zijn belangrijke processen om je pup te laten opgroeien tot een stabiele en sociale hond. Zo kan het zijn dat je pup al aan de stofzuiger is gewend en heeft geleerd dat hij of zij hier niets mee hoeft. Ook hebben de pups mogelijk al kennis gemaakt met kinderen, om te ontdekken dat deze ‘kleine mensjes’ geen kwaad kunnen. Hoe meer de fokker op dit gebied bereikt heeft, hoe makkelijker je puppy zal omgaan met de nieuwe indrukken die hij of zij bij jou thuis gaat opdoen.
Een nieuw huis, met nieuwe regels
Zodra de pup bij je thuiskomt stapt het jonge hondje een nieuwe roedel binnen. Dat is voor alle partijen even aftasten. Je pup gaat ontdekken wat wel, en niet, mag en uitzoeken hoe de onderlinge verhoudingen zijn. Wil je zo snel mogelijk resultaat boeken in de opvoeding, kies dan voor eenduidige regels. Het is goed om hier voor de komst van de pup al over na te denken.
Enkele vragen die je wilt beantwoorden om de regels helder te krijgen zijn:
- Mag je pup op de bank?
- Mag je pup opspringen?
- Zijn er ruimtes waar je pup niet mag komen?
- Mag je pup bij je zitten als je zelf aan het eten bent?
- Waar gaat de pup slapen?
- Mag de pup op het bed?
- Waar mag de pup plassen en poepen?
- Waar mag de pup mee spelen?
Bestaat het huishouden uit meerdere personen, dan is het goed om samen afspraken te maken. Op die manier kun je ervoor zorgen dat iedereen dezelfde koers volgt en elkaar scherp houden! Het is natuurlijk heel verleidelijk om je pup op de bank te nemen, maar wil je dat nog steeds als je pup uitgroeit tot een flinke Sint Bernard?
Met welke opvoedkwesties ga je aan de slag?
Er zijn enkele belangrijke punten waar iedere puppyverzorger aandacht aan zal moeten besteden.
- Het punt dat niemand zal ontgaan is de zindelijkheidstraining. Je pup moet leren waar de poepjes en plasjes thuishoren. Daarnaast is het fijn om je hond van jongs af aan te leren de hele blaas in één keer te legen en niet overal kleine plasjes te doen.
- Je pup moet leren om alleen thuis te blijven. Zelfs als je vriendje niet vaak alleen zal zijn, is het verstandig om hier aandacht aan te besteden. Waarschijnlijk moet je er dan nog bewuster mee bezig zijn, want als je altijd bij je puppy bent, is het extra moeilijk als dit een keer niet kan. De training begint er al mee dat je pup je niet de hele dag in het hele huis achterna mag lopen.
- Je pup moet weten waar de vlijmscherpe tandjes op losgelaten mogen worden en vooral ook: waar niet! Pups ontdekken de wereld graag met hun tandjes, maar hebben nog geen idee dat bijten niet altijd wenselijk is. Ook moeten ze leren dat ze soms wel hun bek mogen gebruiken, maar dat ze dit voorzichtig moeten doen.
- Waar de fokker een klein begin heeft gemaakt, ligt nu de taak bij jou. Je pup moet leren om te gaan met soortgenoten, mensen in alle ‘soorten en maten’ en andere diersoorten: de socialisatie. In sommige gevallen is er juist sprake van habituatie, in dat geval leert je pup dat het juist niet nodig is om op iets of iemand te reageren. Zo kun je ervoor kiezen om je hond te leren geen aandacht te besteden aan vogels.
Hoe pak je de opvoeding aan?
Opvoeden kan op veel manieren en iedere situatie vraagt om zijn eigen aanpak. Gelukkig zijn er veel boeken te koop over de opvoeding van je puppy. Het is handig om zo’n naslagwerk in huis te hebben! In een notendop kunnen we stellen dat er drie richtlijnen zijn die je helpen bij de opvoeding:
Beloon gewenst gedrag
Doet je pup iets goed, laat het dan weten! Belonen kan op verschillende manieren: denk aan het geven van aandacht, wat lekkers of samen spelen. Probeer te ontdekken waar jouw puppy echt blij van wordt. Je pup zal gedrag dat wat leuks of prettigs oplevert vaker willen herhalen.
Negeer ongewenst gedrag
Misschien heb je de uitdrukking weleens gehoord: ‘Alles wat je aandacht geeft, groeit.’ Honden zijn sociale dieren en dol op aandacht. Doet je hond iets wat niet mag, maar is er geen acute noodzaak om het te stoppen, negeer het dan. Vaak dooft het gedrag op deze manier vanzelf uit. Als het niets oplevert, heeft het tenslotte geen enkele nut om ermee door te gaan. Je kunt er voor kiezen geen oogcontact te maken met je opspringende hond, als je dit gedrag onprettig vindt.
Voorkom zelfbelonend en ongewenst gedrag
Zelfbelonend gedrag is gedrag dat je pup een goed gevoel geeft, zonder dat jij daar iets voor hoeft te doen. Het wegjagen van de postbode is daar een voorbeeld van: je pup rent er blaffend achteraan en inderdaad, de postbode gaat weg! Je pup voelt zich heel wat door ‘eigenpotig’ de indringer te verjagen. Een ander vorm van zelfbelonend gedrag is op de afstandsbediening kauwen. Je hond doet dit, omdat het ontspannend werkt.
Het lastige aan zelfbelonend gedrag is dat het zichzelf in stand houdt. Je pup vindt het prettig genoeg om er - zonder enige vorm van beloning van buitenaf - mee door te gaan. Hier moet wel iets veel beters tegenover staan om ermee op te houden! Het beste werkt het als je je pup al vooraf in dit gedrag belemmerd. Die afstandsbediening… opbergen!
Opvoeden in de verschillende ontwikkelingsfasen
Als de pup bij je komt wonen is de kans groot dat je kleine vriend midden in de eerste socialisatiefase zit. Je pup is ondernemend, nog niet heel snel onder de indruk en hij of zij is de wereld volop aan het ontdekken. Het is dan ook belangrijk dat je je pup in deze fase (gedoseerd) met van alles kennis laat maken! Neem je pup mee naar plekken waar je wilt dat je pup zich later als een ‘maatschappelijk verantwoorde hond’ zal gedragen en maak duidelijk wat gewenst gedrag is, door dit te belonen.
Als je pup ongeveer 4 maanden is, start de juveniele fase. Deze fase wordt ook wel tweede socialisatiefase of angstfase genoemd. Je pup probeert in deze fase de verhoudingen binnen de roedel duidelijk te krijgen. Wees er daarom helder in waar je pup wel wat over te zeggen heeft en waar jij toch echt het ‘opperhoofd’ bent! Zoals de naam ‘angstfase’ al zegt, is je pup nu ook wat vaker onder de indruk van situaties. Buig je daarom nogmaals, met zo min mogelijk druk, over de socialisatie en habituatie. Ga niet over de grenzen van je pup, maar zorg voor positieve ervaringen.
Als je pup ongeveer een half jaar oud is, begint de puberteit. Dit is het moment dat de hormonen een deel van je goed opgevoede pup overnemen! Emoties spelen een belangrijke rol en zelfstandig worden is taak nummer 1. Je ‘oh zo lieve’ puppy is eigenwijs! Belangrijker dan het aanleren van nieuw gedrag, is dat het al aangeleerde gedrag in stand houden. Blijf consequent en leer je puber dat goed luisteren het meeste oplevert! Vergeet vooral niet dat het een ontwikkelingsfase is en dat je hond er weinig aan kan doen dat het luisteren nu even wat moeilijker gaat.
Goed nieuws! Rond een jaar is jouw hond volwassen. Bij kleine hondjes is dit soms wat eerder en bij grote honden juist wat later. Je zal ontdekken dat het luisteren steeds iets beter gaat. Heeft je hond een goede basisopvoeding, zonder ernstige tegenslagen gehad, dan heb je er nu een fantastisch maatje aan!