Het begon als een dag zoals alle andere. De Broekpolder, de geur van nat gras, het vrolijke geritsel van twee honden die rennen alsof de wereld van hen is.
Luka dartelde voor Danielle uit, haar staart wiebelde in dat typische ik heb iets gevonden-ritme dat hondenbezitters meteen herkennen. Tot ze verdween in een bosje.
Danielle dacht dat ze achter een fazant zat. Een spannend spel, meer niet. Maar toen Luka terugkwam, hing er een vreemde geur om haar heen — een geur die Danielle nooit bij een hond had willen ruiken.
Thuis begint het drama pas
Eerst leek alles normaal. Luka dronk, liep rond, plofte neer op haar kussen. Maar toen Danielle later thuiskwam, trof ze een hond die geen enkele stap meer zeker wist.
Wankelend. Glazige ogen. Alsof haar lichaam haar ineens in de steek liet. Het soort angst dat je recht door je borstkas snijdt — dat was het moment waarop Danielle de spoeddierenarts belde.
Een diagnose die je niet ziet aankomen
In de kliniek werd al snel duidelijk wat er mis was. Luka testte positief op cocaïne en THC. De dierenarts verklaarde dat ze dit via mensenpoep had binnengekregen.
Voor Danielle voelde het alsof de grond onder haar voeten wegzakte. “Het kan zomaar klaar zijn,” dacht ze. En ze moest haar hond achterlaten in een kliniek — iets waar haar stem nog steeds van trilt als ze het vertelt.
Een bos vol verborgen gevaren
Luka’s verhaal staat niet op zichzelf. Hondenbezitters waarschuwen elkaar al langer: afval van nachtelijke bezoekers, lachgasballonnen, condooms, zakjes drugsresten.
Een losloopgebied dat overdag een paradijs is, verandert ’s nachts in een plek waar troep blijft liggen die een hond fataal kan worden.
De ochtend erna
Toen Luka eindelijk weer thuis mocht uitrusten, kroop ze stilletjes op de bank. Zwak. Suf. Maar thuis. En dat was voor Danielle genoeg om even te ademen.
Toch blijft de schrik diep zitten. Voorlopig durft ze geen van haar honden nog los te laten. Misschien ooit weer — maar vandaag niet.