Het beeld was hartverscheurend. Op een koude stoep in Rotterdam trof de politie een hondje aan dat niet meer op zijn achterpoten kon staan. Zijn vacht zat vol vilten, zijn ogen dof van uitputting. Naast hem stond geen waterbak, geen voer — niets.
“Hij was broodmager,” schrijft de politie op Instagram. “En duidelijk te zwak om nog te bewegen.”
Het dier werd direct in beslag genomen en naar een dierenarts gebracht. Daar bleek dat de hond zwaar ondervoed was en al langere tijd geen medische zorg had gehad.
Een groeiend probleem in de stad
Volgens de politie is dit geen op zichzelf staand geval. In korte tijd zijn zeven honden van straatkrantverkopers weggehaald. De dieren waren allemaal in slechte conditie — te dun, vervilt, bang of ziek.
Wat de agenten vooral zorgen baart, is dat de verkopers regelmatig van hond wisselen. “Om de paar maanden zien we een ander dier bij dezelfde persoon,” zegt een politiewoordvoerder. “En geen van die honden is in orde qua gezondheid of papieren.”
Sommige dieren zijn puppy’s die nauwelijks oud genoeg zijn om van hun moeder te zijn gescheiden. Anderen zijn oudere honden die er verwaarloosd en uitgeput uitzien.
Geen water, geen liefde
De politie benadrukt dat veel van de straatverkopers hun dieren gebruiken om medelijden op te wekken bij voorbijgangers. “Maar achter dat beeld van ‘de man met zijn hond’ schuilt vaak veel ellende,” aldus de politie.
In de winkelstraten zijn de agenten alert op signalen van dierenleed: een hond die zichtbaar mager is, een vuile vacht, of een dier dat de hele dag in de kou ligt zonder beschutting.
“Het gaat niet alleen om honger,” zegt de woordvoerder. “Het gaat om dagenlang gebrek aan verzorging, warmte en liefde.”
Politie roept Rotterdammers op tot actie
De politie vraagt inwoners om melding te maken als ze straatkrantverkopers zien met honden die er slecht aan toe lijken. “Kijk niet weg,” benadrukken ze. “Een melding via 144 kan letterlijk het verschil maken tussen leven en dood voor een dier.”
De geredde honden zijn inmiddels opgevangen door instanties die gespecialiseerd zijn in verwaarloosde dieren. Sommigen herstellen langzaam — eten weer, lopen voorzichtig, en beginnen weer te vertrouwen.
Maar de angst zit diep. “Ze trillen bij elke aanraking,” vertelt een vrijwilliger. “Het duurt weken voor ze beseffen dat er nu niemand meer is die ze pijn doet.”
Een oproep tot menselijkheid
Wat voor velen een ‘zielig gezichtje op straat’ lijkt, is vaak een stille roep om hulp.
“Deze honden zijn geen rekwisiet,” zegt de politie. “Ze voelen, lijden en hopen — net als wij.”