Djamilla Schoonenberg ligt in de vroege ochtend samen met haar vriend te slapen in hun huis aan de Begoniastraat in Didam, als ze plots wordt gewekt door geschreeuw. “Ik hoorde onze buurvrouw keihard roepen,” vertelt ze. “Daarna een enorme knal, glas dat sprong en het geknetter van vuur.”
Ze springt uit bed, wekt haar vriend en rent naar buiten — in niets meer dan haar ochtendjas. Buiten blijkt de ernst van de situatie pas echt: haar huis staat in brand. Binnen enkele minuten verzamelen zich buren, hulpdiensten en rookwolken boven de wijk.
“Tom is nog binnen!” – Reddingsactie voor een geliefde kat
Eenmaal buiten slaat de paniek pas écht toe: haar kater Tom is nog binnen. “Mijn moeder had nog geprobeerd hem te pakken voordat het vuur groot werd, maar hij wilde niet in zijn mandje. Hij raakte volledig in paniek.”
Tom is normaal al geen fan van zijn reismandje, maar nu is hij totaal onhandelbaar. Terwijl de brand zich uitbreidt, beseft Djamilla dat ze haar geliefde huisdier misschien kwijtraakt.
Zeven brandweermannen voor één kat
Wat volgt is een ontroerende reddingsoperatie: maar liefst zeven brandweermannen gaan naar binnen om de zwarte kater te redden. Hoe ze het precies gedaan hebben, weet Djamilla niet. “Ik weet alleen dat het hen gelukt is.”
Tom wordt naar buiten gebracht — volledig onder de rook, versuft, maar levend. “Hij stinkt nog steeds naar rook en is een beetje beduusd,” zegt Djamilla. “Maar ik ben zó blij dat hij er nog is.”
Verwoest huis: “Ik denk dat ze het gaan slopen”
De schade aan het huis is enorm. De helft van het dak is weg, de binnenkant is verwoest door vuur en water. Djamilla heeft niets meer, behalve de ochtendjas die ze droeg tijdens haar vlucht. “De kleding die ik nu draag, heb ik van een buurjongen gekregen,” zegt ze nuchter.
Of ze ooit nog in haar huis terugkeert, is onduidelijk. “Als ik eerlijk ben, denk ik dat ze het plat gaan gooien.”
Tijdelijk onderdak bij familie, zorgen om gezondheid
Voorlopig verblijft ze samen met haar moeder bij haar zus. Ook woningcorporatie Plavei biedt hulp bij het zoeken naar een nieuwe woonruimte. “Dat geeft wel wat rust, want je staat ineens letterlijk met niets op straat.”
Zelf is ze fysiek ongedeerd, maar haar moeder — die COPD heeft — werd ’s nachts direct door ambulancepersoneel onderzocht. “Mijn vriend wist gelukkig haar zuurstoftank nog mee te nemen uit huis.”
Dierenartsbezoek voor Tom
Hoewel Tom gered is, maakt Djamilla zich zorgen. “Hij heeft rook ingeademd, dus ik laat hem sowieso nakijken door de dierenarts.” De brandweerman die hem overhandigde, adviseerde dat ook.
“Liever te snel weg, dan te laat”
Terugkijkend beseft Djamilla dat het razendsnel ging. “Ik heb niks mee kunnen nemen, maar liever dat dan te laat zijn. Het had zó anders kunnen aflopen.”
Toch blijft de dankbaarheid overheersen. “Zonder die brandweermannen had ik mijn kat nooit meer gezien. Ik ben ze zó dankbaar.”
