Dertig lange dagen was Kirby, een kleine hond uit Californië, alsof hij van de aardbodem verdwenen was. Geen spoor, geen melding, geen enkel teken van leven. Zijn baasje klampte zich vast aan de hoop en schakelde dierenredder Suzette Hall in — iemand die niet snel opgeeft, maar zelfs voor haar voelde dit als zoeken naar een speld in een hooiberg.
Suzette hing flyers op, reed talloze kilometers en bad dagelijks dat Kirby nog ergens rondzwierf. "Ik kan dit bijna niet typen zonder te huilen," schreef ze later. De onzekerheid vrat aan haar, maar stoppen kwam simpelweg niet in haar woordenboek voor.
De eerste doorbraak na een maand stilte
En toen, na dertig dagen, kwam het bericht waar iedereen op wachtte: Kirby was gezien. Suzette sprong in de auto en scheurde ruim een uur naar de plek. Ze verwachtte een bange, uitgeputte hond — maar wat ze zag, brak haar volledig open.
Kirby was niet alleen.
Wie of wat zijn metgezel precies was, liet Suzette in het midden. Een hond? Een kat? Iets anders pluizigs? Wat ze wél wist: die onverwachte vriendschap hield Kirby overeind. “Ik ben ervan overtuigd dat deze band hem net lang genoeg veilig en helder heeft gehouden,” schreef ze.
Nat, moe, trillend — maar eindelijk gered
Kirby was doorweekt van de regen, uitgeput van zijn dwalen. Toch liet hij zich voorzichtig naar Suzette toe praten en in veiligheid zetten. Eindelijk in de kooi, eindelijk uit de kou.
“Toen hij veilig was, brak iedereen. Tranen, opluchting, dankbaarheid. Alles tegelijk,” vertelt Suzette.
Thuis — doodmoe, maar levend
Die avond sliep Kirby voor het eerst in weken droog, warm en veilig. Zijn avontuur had hem uitgeput, maar hij had het gehaald — dankzij doorzettingsvermogen, een baasje dat hem nooit opgaf en die ene mysterieuze metgezel die hem door de donkerste dagen heen hielp.
En precies dát, zegt Suzette, is waarom ze altijd blijft zoeken:
“Juist dit. Daarom geef ik nooit op.”