Wat de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) aantrof in een schuur in Hendrik-Ido-Ambacht, tart elke verbeelding. Een jonge Dobermann van slechts veertien maanden stond te trillen in een veel te kleine kooi, zonder drinkwater en met een vloer bedekt met urine en diarree. Volgens de LID was de hond extreem angstig — vooral voor zijn eigenaar.
“Dat zegt veel over hoe hij waarschijnlijk behandeld werd,” aldus een woordvoerder van de inspectiedienst.
De hond had geen zachte ligplek en werd vermoedelijk zelden of nooit uitgelaten. Volgens de wet moet een dier voldoende ruimte hebben om te bewegen en een comfortabele rustplek krijgen, iets wat in deze situatie volledig ontbrak.
Geen enkel schuldgevoel
De eigenaar, een man uit Hendrik-Ido-Ambacht, toonde volgens de LID weinig berouw. “Inspecteurs kregen niet de indruk dat hij vond dat hij iets verkeerds had gedaan. Dat blijkt ook uit het feit dat hij nooit met de hond naar de dierenarts is geweest, ondanks de diarree.”
De dobermann is inmiddels ondergebracht op een geheime opvanglocatie, waar hij medische zorg krijgt en langzaam mag herstellen. Het is de bedoeling dat hij later wordt herplaatst bij iemand die hem wél liefde en aandacht kan geven.
Verwaarlozing komt vaker voor
Volgens Nienke Endenburg van het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling zijn dit soort gevallen helaas geen uitzondering. “We zien dit niet alleen bij honden, maar ook bij katten, konijnen en cavia’s. Veel hangt af van meldingen — cijfers hebben we niet.”
Ze benadrukt dat er vaak meerdere oorzaken meespelen bij dierenverwaarlozing. “Soms ligt het aan persoonlijke problemen, zoals een scheiding of psychische klachten. Maar er zijn ook mensen die gewoon geen besef hebben van wat een dier nodig heeft.”
Zwaardere straffen, maar zelden opgelegd
Sinds begin 2024 zijn de straffen voor dierenmishandeling en -verwaarlozing flink aangescherpt. Rechters kunnen tot vijf jaar cel en 90.000 euro boete opleggen, of zelfs een levenslang houdverbod. Toch blijft het in de praktijk vaak bij taakstraffen. “Rechters kijken nog te vaak naar wat een dier ‘waard’ is, in plaats van naar het leed dat is aangedaan,” zegt Endenburg.
Hulp inschakelen bij twijfel
Endenburg roept op om bij twijfel altijd melding te doen via 144 – Red een dier. “De politie is al overbelast en de LID loopt op zijn tandvlees. Elke melding helpt. Liever één keer te veel gebeld dan te laat.”