Voor veel hondenbaasjes is het de normaalste zaak van de wereld: de hond hoort niet alleen bij het gezin, maar ook bij het bed. Uit recent Nederlands onderzoek blijkt dat 45 procent van de baasjes samen met hun hond (of kat) slaapt. Niet af en toe – structureel. Alsof het de meest vanzelfsprekende vorm van samenzijn is.
Het zegt veel over hoe we naar onze dieren kijken. Niet als huisdier. Niet als bezit. Maar als iemand die erbij hoort.
Meer dan gezelschap: honden als emotionele steun
De slaapkamer is misschien wel de meest persoonlijke plek in huis. Dat juist daar zoveel honden welkom zijn, is geen toeval. Uit het onderzoek blijkt dat ruim 8 op de 10 baasjes hun dier als volwaardig familielid zien. En bijna net zo veel mensen vinden de gezondheid van hun hond net zo belangrijk als die van een mens uit het gezin.
Veel baasjes praten tegen hun hond alsof het een persoon is, stemmen hun dagindeling af op uitlaattijden en voelen zich schuldig als hun hond alleen thuis is. Samen slapen past naadloos in dat plaatje: nabijheid, rust en veiligheid – voor mens én dier.
Honden en slaap: nabijheid boven alles
Opvallend is het verschil tussen honden en katten. Waar katten vaker de stille bedpartners zijn die ’s nachts opduiken, delen honden het ritme van hun baasjes. Ze gaan mee naar bed, staan samen op en zijn onderdeel van het dagelijkse leven.
Dat bijna de helft van de honden letterlijk onder de dekens kruipt, laat zien hoe diep die verbondenheid gaat. Voor veel mensen voelt het simpelweg verkeerd om hun hond ’s nachts buiten te sluiten.
Een bed vol liefde (en haren)
Is het altijd praktisch? Nee. Is het hygiënisch? Daar kun je over discussiëren. Maar emotioneel is het voor veel baasjes glashelder. Samen slapen met je hond betekent troost na een lange dag, rust bij onweer en een warm lijf tegen je benen als de wereld even te groot voelt.
Of, zoals veel baasjes het zonder onderzoek zouden samenvatten: “Hij hoort gewoon bij me.”